Baguettes, sticky rice en Beerlao Posted augustus 24, 2009 by Administrator

Off

Na de oliekoeler te hebben gelast en 26 euro armer (wil niet weten wat dit geintje in NL zou kosten!) zijn we vanaf Chiang Mai doorgereden naar de grens met Laos.
Onderweg hebben we eerst een bezoekje gebracht aan D.A.T.T. (www.datt.co.th), de tomatenkwekerij van onze Nederlandse vrienden Menno en Thomas. Zij voorzien inmiddels een groot aantal middenstanders en supermarkten van hun tomaten en het is erg leuk om te zien wat ze in vijf jaar hebben opgebouwd.
Vanaf  de farm zijn we doorgereden naar de grens en hebben we de volgende dag de overtocht over de Mekong gewaagd. De meest bijzondere grensovergang tot nu toe en gezien de staat van de ferry zijn we blij dat de Landrover droog is overgekomen.
ferry.jpg
 village_children.jpg

Laos is net het Thailand van 20 jaar geleden. Na een tocht van twee dagen door de bergen en het zien van vele bamboe dorpjes zijn we aangekomen in Luang Prabang. Een leuk stadje waarbij de Franse koloniale invloeden goed zijn terug te zien in de architectuur. Sinds 1995 is dit stadje door UNESCO toegevoegd aan de World Heritage list. Iedere avond is er een nightmarket waar vooral veel souveniers worden verkocht én waar je erg lekker kunt eten op straat. Met name BBQ-gerechten zijn populair, van Mekong-vis, kipfiletjes, spare-ribs tot hele kippen (allemaal op een stokje). Samen met wat sticky-rice en chili-saus een heerlijk avondmaal. 

Ook de waterval Kuang Xi vlakbij Luang Prabang was de moeite waard. Het is de grootste waterval in Laos met mooie azuurblauwe meertjes waar je heerlijk kunt zwemmen. Na een week in Luang Prabang zijn we via Vang Vieng naar de hoofdstad Vientiane gereden. Weer een erg mooie route! In Vientiane verbleven we bij Renae die we hebben leren kennen via Couchsurfing. Wij waren haar eerste gasten sinds ze hier in Laos is komen wonen. Ze heeft een erg leuk huisje en was erg gastvrij. We hebben een erg leuke tijd met haar en haar vrienden (die allemaal werkzaam zijn voor NGO’s).
De meesten vinden Vientiane in vergelijking met Luang Prabang minder leuk. Maar wij vermaakten ons eigenlijk wel prima hier. Ook het eten was lekker (en goedkoop). Vooral de sticky-rice pancake met mango was favoriet als ontbijt. 
Ook zijn we langs Cope Visitors center geweest. Cope is een revalidatiecentrum voor mensen die slachtoffer zijn geworden van de UXO bommen uit de Vietnam oorlog die nog steeds in afgelegen gebieden in Laos liggen. Ondanks dat de oorlog in 1975 eindigde, zijn er nog steeds slachtoffers. Laos is dan ook het zwaarst  gebombardeerde land ter wereld. Voornamelijk kinderen vinden nu nog de zogenoemde ‘bombies’ en denken dat het speelgoed is of willen het als oudmetaal verkopen. Bij Cope krijgen ze bijvoorbeeld een nieuwe arm of been aangemeten en kunnen ze revalideren. Voor nog geen EU 50,- heeft zo’n kindje al een prothese. Wij waren erg onder de indruk van Cope en hebben hier een donatie achtergelaten. Voor meer informatie over het goede werk, zie www.copelaos.org .
Het plan was eigenlijk om na Vientiane via de Friendship Bridge weer terug Thailand in te rijden, maar Renae haalde ons over toch ook naar het zuiden van Laos te rijden. And so we did…
Onderweg zijn we de Kong Lor grot wezen bekijken. Hier gingen we met een motorbootje de 7,5 km lange limestone grot in. Het was nog niet zo ver ontwikkeld dat ze lampen hadden dus het was pikkedonker (en koud). Jenn was blij dat ze eindelijk daglicht zag, want had allerlei enge fantasiën vertelde ze later. Maar toen moesten we nog 7,5 km door de grot terug. Het was een bijzondere ervaring. 
Via Thakek zijn we doorgereden naar Savannakhet, waar inmiddels de Friendship Bridge 2 af is. Het was de bedoeling hier te overnachten, maar al zoekend naar een geschikte slaapplaats reden we per ongeluk een eenrichtingsweg in van de verkeerde kant. Voor we het beseften reed er al een motoragent naast ons. We moesten ons rijbewijs laten zien en namen zijn ons mee naar de policebox. We baalden al, want dachten dat we natuurlijk flink moesten dokken. We kregen inderdaad een boete (zonder afdingen 115.000 KIP/ ong. 10 EU) , maar omdat het politiebureau  8 km verderop was, maakten ze niet echt aanstalten om ons mee te nemen naar het bureau. Dit vonden ze blijkbaar te ver om naar toe te rijden op deze warme dag. We kregen het rijbewijs terug en ze zeiden dat we ook wel morgenochtend naar het politiebureau mochten en wezen ons de juiste weg naar het hotel. Na nog vele excuses te hebben aangeboden bedachten we ons geen minuut en reden meteen het stadje uit om maar naar een slaapplek buiten de stad te zoeken…
Sindsdien zijn we wat meer op onze hoede voor de politie ;-)

waterfall.jpgpatuxai.jpg

muddy_road.jpg

In Pakxe besloten we ook nog naar Wat Pou in Champasak te gaan. Wat Pou is een Angkoriaanse ruïne van een tempelcomplex van het rijk van de Khmer en is gebouwd in de 9e eeuw. Sinds 2001 is het opgenomen in de World Heritage list van UNESCO. We besloten om op de heenweg de offroad route te nemen en op de terugweg de ferry over de Mekong te pakken. We hoorden enge verhalen over de veerpont, maar het viel eigenlijk hartstikke mee. Misschien waren we inmiddels wel wat gewend…

Vanuit Pakxe zijn we richting de grens van Thailand gereden. Hier deden ze er wat langer over. In plaats van het Carnet te stempelen (want die is hier in principe niet nodig) gebruikten ze hier een ander sysyteem, dus moesten de nodige papieren ingevuld worden. Hopelijk gaat het goed als we straks Thailand weer uit willen. Dit keer kregen we een 15-daagse visum. Binnen 2 dagen zijn we naar Hua Hin gereden, waar we wederom gastvrij zijn ontvangen bij de oom en tante van Don. Tante heeft ons zelfs verwend met een overheerlijk kaasplankje (Harm en Pauline, als jullie dit lezen het kan echt!). Morgen gaat onze tocht weer verder omdat we hebben afgesproken eind deze maand op Pulau Kapas (Maleisië) te zijn.