Na de gratis overnachting gingen we uitgerust op pad naar de Perzische golf, omdat we ook graag ”de andere kant” van Iran wilden zien. Het plan was om de ferry te nemen naar het eiland Qeshm. De dag liep natuurlijk weer anders dan verwacht, want met de haven in zicht (nog geen 2 km!) begaf de LaRo het. Met het insturen van de bocht hoorden we een doffe klap en begaf de aandrijving het. Eerst dachten we aan de versnellingsbak. Omdat we een automaat rijden en deze hier zeer zeldzaam zijn (al helemaal in een Landrover) is dat een beetje het worst-nightmare-scenario. Uiteindelijk leek het op het differentieel wat het had begeven, want met diff-lock rijden ging wel. Van een passerende trucker kregen we te horen dat er op het eiland Qeshm een goede garage zat. Nou leek het ons niet de beste optie om het eiland op te gaan, maar ja. Eerst langs de customs. Bleek dat als we het eiland op wilden we eerst een stempeltje moesten halen in Bandar e Abbas… Ok, dan maar niet naar de automaten specialist. Die avond hebben we geslapen op de parking van een net hotel en de volgende ochtend naar één van de grotere garages in de stad. Deze konden ons niet helpen en net op het moment dat we een adres toegestopt kregen waar het wellicht wel zou lukken kwam Mr. Peyman kijken. Hij is servicemonteur (soort particuliere ANWB) en wilde wel even mee om te informeren bij wat garages of er toevallig een differentieel lag te verstoffen. Wat ons eerlijk gezegd zou verbazen, want in de tijd dat we door Iran reizen zijn we nog geen enkele Defender (met hetzelfde bouwjaar als onze LaRo) tegengekomen. Met Mr. Peyman, van de ene naar de andere garage, de ene nog armoediger dan de andere. Uiteindelijk kwamen we aan bij een monteur die dacht dat het wat anders was dan het differentieel. De beste man bleek gelijk te hebben. Het probleem zat hem in de flans op het linker achterwiel. De tandwielen waren totaal versleten. Goed nieuws dus, maar nu nog op zoek naar dat specifieke onderdeeltje. Op de bazaar zit een klein winkeltje gespecialiseerd in Landrovers. Toen één van de oude mannetjes als een speer zijn kleine magazijn instoof was er even hoop. Hij kwam terug met een exemplaar van de oude serie. 6 gaten ipv 5 en geen inkepingen maar rond en een andere diepte. Volgens Mr. Peyman geen enkel probleem. Even naar de bankwerker aan de overkant. Deze vond het natuurlijk al lang prima en 2,5 uur later lag het onderdeel te wachten (leuk detail; onderdeel € 5,-, bankwerker € 20,-, pakking op maat gemaakt € 0,80). Bij aankomst bij de garage bleek deze -na beetje bijwerken met de slijptol- te passen en om 12.30 was onze Laro weer mobiel.
In Nedeland had men toch al snel de telefoon gegrepen en was het wachten op de bestelling. Waarschijnlijk hadden wij in dat geval moeten wachten op een pakketje uit Dubai, dus prima zo. In Pakistan, daar rijden naar het schijnt meer Laro’s, gaan we wel op zoek naar de originele parts.
Diezelfde avond nog begon het oude probleem van de multiriemspanner toch weer op te spelen. Het piepen werd erger en het vermoeden was dat de reparatie in Abadeh toch niet helemaal naar behoren was uitgevoerd, dus weer naar de garage. Hier is weer een nieuwe bout gedraaid en het geheel weer opnieuw gemonteerd. Het lijkt allemaal een stuk steviger, afwachten maar…
Na nog een nachtje bij Mr. Peyman zijn we de volgende ochtend vertrokken naar Kerman. Onderweg haalden we een politie auto in die ons 1 tel later inhaalde om ons te laten stoppen. We waren even bang dat dit het begin van de escorte zou vormen, maar de agent wou alleen even de paspoorten inzien. Vervolgens liep hij naar de achterbank om een zakje fruit te maken en dit ons te overhandigen. We mochten de weg weer vervolgen, maar voordat we wegreden weer een stop gebaar en de woorden ”Mister, one question. Whiskey?”. Omdat Jenn in de veronderstelling was dat het eerder voor eigen gebruik was zei ze met een grote glimlach, ”no sorry” en reden we weg.
Via Kerman zijn we naar Bam gereden. Indrukwekkend om te zien, maar werden er ook wel treurig van. Je zag nog veel sporen van de aardbeving van 5 jaar geleden. We zagen nog veel verwoeste huizen en gebouwen. De mooie beroemde citadel was totaal verwoest en ook de winkeliers zaten nu allemaal nog in zeecontainers. De inwoners van Bam waren druk bezig met het opnieuw opbouwen van hun stad, maar voordat het weer een beetje is zoals het was zal nog een aantal jaren duren…
Via Bam zijn we in Zahedan aangekomen. Een erg saaie weg met heel veel niks! Behalve 5 dooie kamelen, 3 verwoeste auto’s, heel veel kapotte autobanden kwamen we zelfs Nederlanders tegen. Helaas was stoppen of keren op de weg niet echt mogelijk, dus bleef het bij wat getoeter en gezwaai. We hadden verwacht dat we vanaf Kerman al wel zouden worden opgezadeld met politie-escortes, als we de verhalen van andere reizigers mochten geloven. Maar nee hoor. Bij elke post mochten we gewoon doorrijden! 25 km voor Zahedan dan toch maar even gevraagd bij een politiepost hoe dat nou zit, maar het was volgens hen volkomen veilig. We staan nu weer op een parking van een hotel en morgenvroeg rijden we richting de Pakistaanse grens. We zullen wel zien hoe het gaat en hopelijk redden we het in één dag naar Quetta, maar denk dat dat te optimistisch is.
Off